Mingalarbar in Myanmar
Door: Theo
Blijf op de hoogte en volg jacqueline en theo
24 Oktober 2010 | Myanmar, Rangoon
Wij reizen rond in Myanmar, beter bekend als Birma. Een land met enorme culturele en landschappelijke rijkdommen. Een groot land (Frankrijk en Engeland samen) ingeklemd door China en India. De buren zijn allen landen die de laatste jaren vooruitgang hebben geboekt. Dat is in Myanmar veel minder, hier is de klok niet stil blijven staan, maar zelfs achteruit gelopen zo lijkt het. Helaas voor de mensen hier, zij zijn arm, worden slecht bestuurd en hebben een onzekere toekomst.
Birma is een ongewone bestemming, geen megatoerisme dus. We zien hier zowel de mooie als de schaduwkanten, ook met beperkingen voor ons, geen sms en mail, alles geblokkeerd, zeker hotmail. Beperkingen die niet opwegen tegen de beperkingen die de mensen zelf hier hebben in het dagelijkse leven. Ook niet pinnen maar alleen cash dollars wisselen. En let op: de officiële koers voor 1 US Dollar is 9 Kyat (bank), op de zwarte markt (ook in hotels) 900 Kyat, 150 x zoveel! Een bijzonder land dus.
Wij mogen grote delen van het land niet bezoeken, zoals bijv. de nieuwe hoofdstad, verboden voor toeristen, vreemd! En het schijnt dat we op de voet gevolgd worden, maar het is superveilig, want als iemand iets pikt heeft hij 5 jaar dwangarbeid aan zijn broek.
Wij beginnen samen met Fons en Els in de oude hoofdstad YANGON, 6 miljoen inwoners en een authentieke stad met veel Engelse geschiedenis. Met stadswandelingen beleven we het straatleven, chaotisch, vervallen en vooroorlogs, met een incidentele uitschieter van een mobieltje (1 op de 1000 hier).
De mensen zijn armoedig en maken er een zootje van, flikkeren alles op straat en spugen hun vuurrode betelnoot op het moment dat die rochel eruit moet, waar dan ook. Smerig!
Toch is er een koloniale charme door de wijde boulevards met koloniale huizen in pasteltinten, mooi meren omringd door pracht bomen en drukke handelswijken. Maar de gouden Shwedagon Pagode, de belangrijkste tempel van het land, is de topper van de stad. Fantastisch mooi, met een onbeschrijfelijke sfeer!
Wij worden vakkundig begeleid en geïnformeerd door onze gids Ma Nue Oo Khaing, een leuke Birmese jongedame die we voor het gemak ‘April’ noemen.
Wij reizen door naar KYAIKHTIYO (niet onthouden) waar we als pelgrims naar de GOUDEN ROTSPAGODE klimmen. De op het randje balancerende rots is volledig van bladgoud en ook Fons en Theo plakken er wat blaadjes bij, alleen voor mannen hier.
In BAGO zien we vele tempels met mooie Boeddha’s waar de liggende Boeddha van 75 meter lang opvalt. We bezoeken kloosters waar vele monniken studeren en bidden.
De oorlogsbegraafplaats met vele slachtoffers van de (nabije) Birma spoorlijn maakt indruk.
Voor de treinreis naar MANDALLAY staan 14 uren gepland. Heel vroeg weg dus, maar op het station in Bago vernemen we een vertraging. We vermaken ons prima op en rond het station, genieten van het straatleven, drinken thee in de stalletjes met ‘kabouterkrukjes’ in gezelschap van monniken en andere zeer vriendelijke Birmezen. De vertraging loopt op tot ruim 5 uren, maar daarna passeert het moois van groen glooiend landschap waar sterke boeren de rijstvelden bewerken met houten ploegen en karbouwen. Op de slecht onderhouden rails waggelt de trein voort als een dronken eend en duurt de reis uiteindelijk nog wat langer en arriveren we ‘s morgens om 4 uur. ‘Slow travel’ heet dat hier, we zijn 600 km verder.
Mandallay is de culturele hoofdstad en in 3 dagen zien we erg veel hier. We bezoeken de koningssteden in de omgeving met vele tempels en kloosters met vele duizenden monniken, met als topper het teakhouten klooster van Bagaya Kyaung, prachtig.
We rijden met een stokoude pick-up naar Mandallay Hill welke is bezaaid met gouden stupa’s en pagodes, mooi uitzicht, een hoog Efteling gehalte hier.
Met paard en wagen maken we een tocht rondom AVA, via slechte modderpaden tussen vele mooie tempels, kloosters en ruines door. We treffen hierbij veel locals die ons graag iets te koop aanbieden, en Els en Jacky zijn goede klanten. We lopen over de beroemde U-Beinbrug van 1200 meter lang, compleet van teakhout en al 200 jaar oud. In Mingun bezoeken we nog een bejaardenhuis en het laatste uur van onze wandeldag verandert alles in water water water, ongekende buien en de stad staat blank. Onze grootste zorg onderweg is de dollars droog houden, anders hebben we een groot probleem. Als alles weer droog is, is het prima eten en drinken in de locale restaurantjes.
Onderweg naar MONYWA passeren we aftandse trucks afgeladen vol met vracht en mensen, handkarren en ossenkarren in de berm, fiets- en brommertaxi’s rechts en links van de weg. Monywa zelf valt tegen, zij het dat hier wel de tempel is met de meeste Boeddha beelden, 582.363 stuks! De tempelgrotten van Po Win Daung zijn eigenlijk te smerig om te bezoeken.
We leven dan toe naar de tocht naar BAGAN, wat voor ons het hoogtepunt van de reis moet gaan worden. Wij zijn benieuwd en houden jullie op de hoogte.
Thwabarohnme.
Groetjes.
Jacky Theo Fons Els.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley